Het Nederlandse leger heeft niet goed geluisterd aan interne bezwaren over een controversieel programma waarmee burgers in de gaten werden gehouden. Ook was er geen goede reden om dat zogenaamde LIMC door te zetten, schrijft minister Ollongren. Het project gaat echter wel door.

Dat zijn twee belangrijke conclusies van de Commissie Brouwer, die onderzoek deed naar het zogenaamde Land Information Manoeuvre Centre van het ministerie van Defensie. Dat controversiële programma begon tijdens coronatijd met de verzameling van informatie van Nederlandse burgers uit openbare en semi-openbare bronnen. Het LIMC wilde daarmee gedrag en ontwikkelingen in de samenleving in kaart brengen. Na grote ophef over het programma werd het LIMC-programma stopgezet en stelde minister Kajsa Ollongren van Defensie een onderzoek in. De commissie-Brouwer presenteert daar nu de conclusies van.

In het rapport trekt de commissie vier belangrijke conclusies. De eerste is dat het Nederlandse leger veel vaker en veel meer ‘informatiegestuurd wil optreden’, maar dat daarvoor weinig mogelijkheden bestaan. De commissie raadt aan daar ‘de bestaande kaders voor aan te passen’. De commissie concludeert ook dat de oprichting van het centrum aanvankelijk goed ging, maar dat dat later voor problemen zorgde. “De oorspronkelijke opdracht aan het LIMC past binnen de bijdrage die van de landmacht werd gevraagd bij de aanpak van covid-19”, schrijft de commissie. “Maar bij de verbreding van de opdracht van het LIMC heeft de landmacht zich onvoldoende gerealiseerd welke juridische en beleidsproblemen dit opriep.” De commissie raadt aan dat zowel het leger als de overheid zich ‘herbezinnen’ op de hoofdtaken van het leger en dat er goed moet worden gelet op bestaande procedures, maar ook dat de overheid zou moeten werken aan wetgeving waardoor het verzamelen van persoonsgegevens wel mogelijk wordt. Volgens de commissie mag dat laatste echter niet leiden tot ‘een derde inlichtingendienst’.

Minister Ollongren schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat ze een deel van de aanbevelingen overneemt. Over het laatste onderdeel wil ze echter ‘nog niet vooruitlopen’. “Deze herbezinning vergt zorgvuldige gedachtewisseling, zowel binnen Defensie als in het bredere veiligheidsdomein”, schrijft ze.

Een van de belangrijkste conclusies is dat het leger illegaal opereerde. Er was geen juridische grondslag voor het verzamelen van data van Nederlandse burgers. Ollongren erkent dat en zegt dat ze in de toekomst meeneemt dat het leger zichzelf nooit mag inzetten. “Dat is bij het LIMC wel gebeurd en dat is fundamenteel verkeerd”, schrijft ze.

Tot slot concludeert de onderzoekscommissie dat er veel interne, juridische bezwaren waren over het programma, maar dat die door leidinggevenden niet serieus werden genomen. De minister en de secretaris-genereel van het ministerie van Defensie zijn volgens de onderzoekscommissie te laat geïnformeerd over die bezwaren. NRC, dat destijds als eerste het nieuws over het LIMC naar buiten bracht, concludeerde later al dat het leger al meer dan een jaar wist over de bezwaren.

Doorgaan

Volgens de minister blijft informatiegestuurd werken wel belangrijk voor DefensieOllongren schrijft in haar brief als reactie dat er in de toekomst wordt gewerkt aan een ‘centrale programmasturing’ waarbij onder andere nauwer wordt samengewerkt tussen de verschillende onderdelen in het leger. Daardoor zouden bezwaren makkelijker worden opgemerkt en zou er sneller een grondslag kunnen worden gevonden. De minister wijst de werkwijze van het leger in het algemeen echter niet af; in haar Kamerbrief erkent Ollongren dat er bij de krijgsmacht noodzaak is voor dergelijk informatiegestuurd werken. De onderzoekscommissie raadt onder andere ook aan dat er juist meer moet worden geëxperimenteerd met die werkwijze, zij het op een zorgvuldigere manier. Ollongren neemt die conclusies over.

De commissie raadt onder andere aan de Wiv 2017, de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, te gebruiken om een juridische grondslag te vinden om informatiegestuurd op te treden. Dat komt omdat de Wiv niet afhankelijk is van de AVG en gegevens van burgers dus op een andere manier mogen worden verzameld. Het leger gaat nu eerst experimenteren met informatiegestuurd werken, maar dan met fictieve persoonsgegevens.